Informatieplicht schuldenaar. Mooie uitspraak, maar nog steeds onvoldoende bescherming voor de schuldeiser.

Op 18 september 2018 heeft de rechtbank Amsterdam een interessante uitspraak gedaan over de informatieplicht van een schuldenaar (475g Rv) en wel in de conservatoire fase (RBAMS:2018:6641). De schuldeiser had verzocht dat de schuldenaar op straffe van een dwangsom zijn bronnen van inkomsten aan de deurwaarder diende op te geven en dat in de conservatoire fase. De rechtbank wijst deze vordering toe!

Een korte samenvatting van de zaak. Schuldeiser en schuldenaar hebben zaken met elkaar gedaan, de schuldenaar heeft daarbij talloze onjuistheden verteld en weigert bovendien goede openheid van zaken te geven. De schuldeiser lijdt daardoor behoorlijke schade, hij is zelf door een derde gedagvaard voor (afgerond) € 710.000. De schuldeiser wil deze schade – zo begrijp ik – verhalen op de schuldenaar. Er is reeds conservatoir beslag gelegd op o.a. onroerende zaken en aandelen, maar deze hebben alle onvoldoende zekerheid opgeleverd. Daarom heeft de schuldeiser er een objectief belang bij om ook conservatoir beslag onder derden, te weten de huidige inkomstenbron en bancaire instellingen te leggen. De schuldenaar is op grond van 475g Rv gehouden zijn bronnen van inkomsten op te geven aan de deurwaarder, maar weigert dit te doen omdat, zo stelt de schuldenaar, deze verplichting conservatoir niet geldt. En daar vangt de schuldenaar bot, de Amsterdamse Voorzieningenrechter oordeelt – terecht – dat deze verplichting conservatoir ook geldt. De vordering om op straffe van een dwangsom de inkomstenbronnen op te geven, wordt dan ook toegewezen.

Op zich een mooie overwinning. Maar wat als de schuldenaar de inkomstenbronnen ook daarna niet opgeeft? Wat heb je dan aan een dwangsom? De schuldenaar hikt toch al tegen een schuld van driekwart miljoen aan, wat zal een dwangsom dan voor indruk maken? Het is een mooie uitspraak, maar beschermt de schuldeiser eigenlijk helemaal niet. Ik maak daarom toch gebruik van de gelegenheid weer naar het Compendium Beslag- en executierecht (SDU) te verwijzen waarin ik beschrijf hoe belangrijk het is dat de schuldeiser in een dergelijke situatie de informatie kan halen, ook conservatoir. Het belang van deze wetswijziging blijkt wel uit de bovenstaande casus.

Mocht u naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben, neem gerust en vrijblijvend contact op met mevrouw mr. Saskia Peijnenburg (088 – 433 14 14 / s.peijnenburg@abmaschreurs.nl).