Vanaf 2020 wordt de alimentatietermijn korter

Op 21 mei is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel herziening partneralimentatie. De nieuwe wet gaat hoogstwaarschijnlijk in op 1 januari 2020. Vanaf die datum wordt de alimentatietermijn in principe maximaal vijf jaar, waar dit nu nog maximaal twaalf jaar is. In dit artikel vertellen wij u wat er gaat veranderen.

Partneralimentatie op dit moment

De huidige wettelijke alimentatietermijn bestaat sinds 1994. In dat jaar werd de oorspronkelijk levenslange alimentatietermijn teruggebracht naar maximaal twaalf jaar. Op dit moment gelden de regels uit 1994 nog steeds:

  • Duurde het huwelijk korter dan vijf jaar en zijn er tijdens het huwelijk geen kinderen geboren? Dan is de alimentatieduur maximaal gelijk aan de duur van het huwelijk.
  • Duurde het huwelijk langer dan vijf jaar? Of zijn er tijdens het huwelijk kinderen geboren? Dan is de maximale alimentatieduur in principe twaalf jaar.

Er wordt echter al sinds 2015 gewerkt aan nieuwe regels. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel herziening partneralimentatie waren namelijk van mening dat met een alimentatietermijn van twaalf jaar voor de alimentatiegerechtigde de prikkel ontbrak om werk te zoeken en economisch zelfstandig te worden, terwijl de kansen op de arbeidsmarkt zijn toegenomen. En dat zou slecht zijn voor de emancipatie, aangezien de meeste alimentatiegerechtigden nog steeds vrouw zijn.

Partneralimentatie vanaf 1 januari 2020

Vanaf 1 januari 2020 hangt de alimentatietermijn af van hoelang partners getrouwd zijn geweest. De hoofdregel wordt namelijk dat de alimentatietermijn de helft van de huwelijksduur wordt, met een maximum van vijf jaar. Dat betekent dat als iemand acht jaar getrouwd was er in principe vier jaar partneralimentatie moet worden betaald. Tijdens een echtscheidingsprocedure mag de rechter hiervan afwijken, maar de alimentatietermijn mag nooit langer dan vijf jaar zijn. Is iemand meer dan tien jaar getrouwd geweest? Dan wordt de alimentatietermijn altijd maximaal vijf jaar.

Op deze regel is een aantal uitzonderingen gemaakt voor partners met jonge kinderen en langdurige huwelijken:

  • Zijn er tijdens het huwelijk kinderen geboren die tijdens de echtscheiding nog geen twaalf jaar oud zijn? Dan geldt de alimentatieplicht tot het jongste kind twaalf jaar oud is.
  • Is er sprake van een huwelijk van vijftien jaar of langer, waarbij de alimentatiegerechtigde op het moment van scheiden binnen tien jaar de AOW-leeftijd bereikt? Dan geldt de alimentatieplicht tot de AOW-leeftijd daadwerkelijk is bereikt.
  • Is er sprake van een huwelijk van vijftien jaar of langer en is de alimentatiegerechtigde op of voor 1 januari 1970 geboren? Dan is de alimentatietermijn tien jaar. Deze maatregel komt op 1 januari 2027 te vervallen.

Voor schrijnende gevallen is er een hardheidsclausule in de wet opgenomen, net als in de huidige wet. Deze hardheidsclausule houdt in dat de alimentatiegerechtigde bij de rechter een verzoek tot verlenging van de alimentatietermijn kan indienen als de beƫindiging van de partneralimentatie, gelet op alle omstandigheden van het geval en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, te ingrijpend zal zijn.

Wat verandert er voor u?

Als u op dit moment al partneralimentatie betaalt of ontvangt, of als uw verzoek tot echtscheiding al bij de rechtbank is ingediend, verandert er voor u niets. De nieuwe regels gelden alleen voor echtscheidingsverzoeken die vanaf 1 januari 2020 bij de rechtbank worden ingediend en voor alimentatie afspraken die vanaf die datum worden gemaakt.

Partneralimentatie en huwelijkse voorwaarden

Wij krijgen regelmatig de vraag of het mogelijk is om al in de huwelijkse voorwaarden afwijkende afspraken te maken over partneralimentatie, mocht het tot een scheiding komen. Dat is maar beperkt mogelijk. Zo is het niet mogelijk om een zogenaamd nihilbeding in de huwelijkse voorwaarden op te nemen. Een nihilbeding is een afspraak waarmee de partners bij een eventuele scheiding over en weer afzien van partneralimentatie. U kunt tijdens de scheiding wel afzien van partneralimentatie, maar dat kan slechts in het echtscheidingsconvenant.

Het is wel mogelijk om in de huwelijkse voorwaarden al een bijdrage aan partneralimentatie of een afwijkende duur vast te stellen. De afspraken die u in de huwelijkse voorwaarden maakt moeten dan wel minimaal gelijk zijn aan de wettelijke alimentatiemaatstaven.

Vragen?

Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact met ons op. Abma Schreurs Notarissen beantwoordt ze graag.