Schade als gevolg van een rechtmatige politie-inval: wie betaalt dat? 

Woningcorporaties hebben meer dan eens te maken met drugsgerelateerde politie-invallen in hun huurwoningen. Hierbij kan aanzienlijke schade worden aangericht, welke in de meeste gevallen niet op de huurder valt te verhalen. Kan de verhuurder deze door de politie veroorzaakte schade verhalen op de Staat?

In haar arrest uit 2009 beantwoordde de Hoge Raad deze vraag ontkennend. Tot voor kort bleef de verhuurder in die gevallen – waarin de huurder geen verhaal bood – dus met de schade zitten.

Maar er is goed nieuws voor de verhuurder!

De Hoge Raad is in haar arrest van 27 oktober 2017 echter terug gekomen op haar eigen standaardarrest uit 2009. Dit is goed nieuws voor verhuurders. De schade aan het gehuurde als gevolg van een politie-inval valt op de Staat te verhalen, zonder dat het verwijt dat de huurder gemaakt kan worden enige rol speelt. Uiteraard blijft het mogelijk dat de verhuurder zelf een verwijt kan worden gemaakt, als gevolg waarvan de schade gedeeltelijk of zelfs geheel voor rekening van de verhuurder blijft.

De vraag kan gesteld worden of de verhuurder verplicht is om eerst te proberen de schade op de huurder te verhalen. Dat is niet het geval. Het is bovendien eenvoudiger om de Staat aan te spreken. Bij het instellen van een vordering jegens de huurder kan de verhuurder namelijk geconfronteerd worden met de bewijsregel van artikel 7:218 BW, die inhoudt dat alle schade behoudens schade aan de buitenzijde vermoed wordt door de huurder te zijn ontstaan. De Staat kan eventueel regres op de huurder nemen.