Stel: u heeft een onderneming en ziet een nieuwe kans. Misschien een extra vestiging, een nieuw product of een nieuw afzetkanaal. Maar u ziet ook de risico’s. Risico’s die ook invloed kunnen hebben op de continuïteit van uw huidige onderneming.
Is het zinvol om de nieuwe activiteit onder te brengen in een nieuwe BV?
Een BV is een rechtspersoon. Dat betekent dat de BV eigenaar is van de nieuwe onderneming en daarmee ook het risico loopt voor de verplichtingen en aansprakelijkheden die in die onderneming worden gelopen. Als aandeelhouder heeft u recht op de winst.
Op deze manier beperkt u de verplichtingen die namens de BV worden aangegaan in belangrijke mate tot het risico van deze BV. Hierbij kunt u denken aan verplichtingen voortvloeiende uit:
– huurovereenkomsten;
– arbeidsovereenkomsten;
– externe financiering;
– bedrijfsrisico’s;
– contracten met leveranciers en afnemers.
Daarmee is uiteraard niet uw risico tot nul gereduceerd, maar dit risico is wel grotendeels beperkt tot de investeringen die u doet in de onderneming. Pas als u zich als bestuurder of aandeelhouder zodanig gedraagt dat u daarvoor aansprakelijk gesteld kan worden, kan het risico van de onderneming toch op u komen te rusten. Een dergelijke aansprakelijkheid wordt niet snel aangenomen en zal bij een normale bedrijfsuitoefening niet snel aan de orde zijn.
Een nieuwe of extra BV brengt uiteraard ook kosten met zich mee, naast de oprichting moet u nadenken en zich laten adviseren over de gewenste structuur. Hier spelen vooral fiscale afwegingen een rol, die ik hier verder even buiten beschouwing laat. Ook de administratie van een aparte BV brengt jaarlijks terugkomende kosten met zich mee.
De keerzijde van de medaille
Het is natuurlijk heel mooi als u uw risico weet te beperken door te ondernemen vanuit de nieuwe BV. Het risico dat u de huur niet meer op kunt brengen, de salarissen niet kunt betalen, uw leveranciers niet meer kunt betalen en ga zo maar door, is natuurlijk niet als sneeuw voor de zon verdwenen. Dit risico is deels komen te liggen bij de wederpartij bij die overeenkomsten. Die is nu immers beperkt in zijn verhaal tot de BV en is het geld daar op, dan is het die wederpartij die schade oploopt. Als uw wederpartij verstandig is calculeert hij dat risico in en vraagt om een extra zekerheidstelling of hanteert strengere voorwaarden of berekent een hogere prijs. Mogelijk dat deze extra voorwaarden het voordeel van uw beperkte risico weer ten dele teniet doen.
Het bovenstaande is daarmee dus niet alleen voor u van belang als u overweegt uw activiteiten in verschillende BV’s onder te brengen. Het is ook van belang dat u als ondernemer weet met wie u zaken doet. U bent niet per definitie slechter af als u handelt met een wederpartij die zijn activiteiten onderbrengt in verschillende BV’s. Als u immers met een ‘gezonde tak’ handelt kan dat ook uw risico verkleinen dat een ‘slechte tak’ zorgt voor de ondergang daarvan. Belangrijk is het dat u die wederpartij bent die goed weet met wie u handelt en een extra zekerheidstelling, strengere voorwaarden of een hogere prijs bedingt als een wederpartij onvoldoende verhaal biedt waardoor het risico bij u komt te liggen.
Conclusies
– Door uw activiteiten in een (aparte) BV onder te brengen kunt u uw risico’s in belangrijke mate beperken;
– Door de kosten en de risico’s die worden beperkt in kaart te brengen kunt u een goede afweging maken;
– Het beperken van uw risico kan extra kosten met zich meebrengen of deels teniet worden gedaan indien contractspartijen extra voorwaarden stellen omdat u uw risico heeft beperkt;
– Ook als u met een andere BV een overeenkomst aangaat dient u een verschuiving van het risico in te calculeren.
Martien Hofland
Telefoonnummer: 088-4334389
E-mail: m.hofland@abmaschreurs.nl