Een zorgregeling bepaalt wanneer de kinderen bij welke ouder verblijven. Dit kan tussen partijen in onderling overleg worden afgesproken, of door de rechtbank worden bepaald.
Uitgangspunt van de wet is gelijkwaardig ouderschap. Dit betekent niet dat beide ouders een gelijke hoeveelheid zorg voor de kinderen op zich moeten nemen, of daar recht op hebben. Kortom, er bestaat geen recht op co-ouderschap. Veelal wordt aansluiting gezocht bij de zorg die het kind tijdens de relatie gewend was en wordt aandacht gegeven aan de wensen voor de toekomst. De belangrijkste overweging is het belang van het kind. De rechtbank kan zich hierin laten informeren door onder andere de Raad van de Kinderbescherming. De Raad voor de Kinderbescherming doet onderzoek naar hetgeen in het belang van het kind is en kan indien gewenst kinderbeschermingsmaatregelen adviseren. Ook kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen om in omgangszaken de stem van het kind te weergeven. Tenslotte wordt door de rechtbank veelal geprobeerd partijen te bewegen om alsnog in mediation te gaan, om afspraken te maken waarmee beide partijen tevreden zijn.
Als ouders geen afspraken kunnen maken, moet de rechtbank de zorgregeling vastleggen. Ook kan het voorkomen dat na verloop van tijd omstandigheden wijzigen, waardoor de afspraken moeten worden aangepast. Als hierover geen overeenstemming wordt bereikt, kan ook dan de rechtbank worden verzocht om een gewijzigde zorgregeling vast te leggen.
Wij hebben ervaren dat het voor ouders fijn kan zijn zich te wenden tot het opvoedspreekuur (http://www.opvoedspreekuur.nl). Hier kunnen ouders alleen of samen informatie krijgen over de zorgregeling die gezien de leeftijd van het kind passend zou zijn.
Neem voor meer informatie over dit rechtsgebied contact op met onderstaande specialisten.