Voorkom hoge belasting door doorschuiffaciliteit

Met de doorschuiffaciliteit stel je de verplichting tot belastingafdracht uit. Hier kunt je gebruik van maken als je een familiebedrijf hebt en jouw kind is ook werkzaam in het bedrijf. Op een gegeven moment kies je ervoor om de onderneming aan je kind over te dragen. In verband met deze overdracht dient belasting te worden betaald over de zogenoemde stakingswinst. .

Wat is nu precies stakingswinst en hoe werkt die doorschuiffaciliteit?

 

Laten we beginnen met een voorbeeld:

Vader Kees exploiteert een onderneming en wenst zijn onderneming over te dragen aan zijn zoon Tom. Vader Kees – die zijn ondernemingsactiviteiten overdraagt – realiseert bij het overdragen een positief of negatief resultaat.

Als sprake is van een negatief resultaat (kort gezegd: werkelijke waarde is lager dan de boekwaarde van de onderneming) hoeft hier uiteraard geen belasting betaald te worden.

In dit artikel ga ik er vanuit dat er sprake is van een positief resultaat (kort gezegd: werkelijke waarde is hoger dan de boekwaarde van de onderneming), ook wel stakingswinst genoemd. In beginsel dient over de stakingswinst van Kees belasting te worden betaald.

Stakingswinst

Stakingswinst is – kort gezegd – de meerwaarde die ontstaat bij het ”staken” van de onderneming, danwel bij het staken van een gedeelte van de onderneming.

Dit is dus het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de economische waarde (werkelijke waarde) van de onderneming op het moment van overdracht. De stakingswinst bestaat uit de stille reserves, de fiscale reserves en goodwill van de onderneming.
Hierbij kan worden gedacht aan – ingeval de onderneming tegen een koopprijs ineens wordt verkocht – het verschil tussen de koopprijs van de onderneming en het saldo van het op boekwaarde geactiveerde activa en passiva van de onderneming. Met andere woorden: het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer van de activa en de passiva en de boekwaarde daarvan.

Bijvoorbeeld een pand dat op de balans staat voor € 300.000,-, maar door waardestijgingen in de markt € 600.000,- waard is. Dit verschil vloeit voort uit de waardering van de (ontstane) stille reserves en op de goodwill.
Daarnaast is er ook winst die het gevolg is van het vrijvallen van de fiscale reserves. Hierbij dient gedacht te worden aan het vrijvallen van (bijvoorbeeld) de egalisatiereserve die is gevormd voor toekomstige (periodieke) groot onderhoud aan een bedrijfsmiddel, welk bedrijfsmiddel in het kader van de overdracht van de onderneming is verkocht.
Indien Kees zijn onderneming wil overdragen aan zoon Tom moet hij – in beginsel – over de stakingswinst (stille reserves inclusief goodwill en de fiscale reserves) belasting betalen.

Dit kan tot problemen leiden.

Bij overdracht van de onderneming komen immers meestal geen financiële middelen vrij om de afrekening van de fiscus te betalen. De waardestijgingen in een onderneming zitten meestal in het pand, waardoor betaling aan de fiscus voor moeilijkheden kan zorgen bij een overdracht.

De vraag is dan: welke oplossingen bestaan hiervoor?

Om afrekening over de stakingswinst te voorkomen, kan Kees samen met Tom ervoor kiezen gebruik te maken van de doorschuiffaciliteit ex artikel 3.63 Wet Inkomstenbelasting 2001.
Op grond van deze doorschuiffaciliteit blijft fiscale afrekening over de stille reserves (inclusief goodwill) en fiscale reserves bij de overdragende belastingplichtige (in dit geval Kees) achterwege, indien de onderneming wordt overgedragen aan een mede-ondernemer of een werknemer.

De doorschuiffaciliteit is zoals hierboven gezegd in twee gevallen van toepassing:

  1. bij een mede-ondernemer: indien Tom gedurende 36 maanden, voorafgaand aan de overdracht deel uitmaakte van een samenwerkingsverband met Kees. Tom moet gedurende die 36 maanden als ondernemer winst hebben genoten.
    Let op: een commanditair vennoot wordt niet als ondernemer gezien voor de overdracht. De commanditair vennoot kan dus geen gebruik maken van de doorschuiffaciliteit.
  2. bij een werknemer: indien Tom gedurende 36 maanden, voorafgaand aan het tijdstip van de overdracht van de onderneming, als werknemer in de onderneming werkzaam is geweest. Hier worden aan de aard en de omvang van het dienstverband geen eisen gesteld.

Het verzoek om gebruik te maken van de doorschuiffaciliteit moet bij aangifte door Kees en Tom worden gedaan volgens het bepaalde in artikel 3.63 lid 1 Wet Inkomstenbelasting.
Overigens moet er wel bij vermeld worden dat de doorschuiffaciliteit – in beginsel – niet van toepassing is op de opgebouwde oudedagsreserve (fiscale reserve), nu deze gebonden is aan de persoon van de ondernemer. Hierop is wel een uitzondering, indien de reserve overgaat op zijn partner en niet uitgaat boven het ondernemingsvermogen ex artikel 3.71 Wet Inkomstenbelasting.

Geruisloos

Kenmerkend voor de doorschuiffaciliteit is dat de overdracht “geruisloos” plaatsvindt. Afrekening blijft (voorlopig) achterwege; er vindt uitstel van belastingheffing plaats. Tom wordt geacht in de plaats te zijn getreden van zijn vader voor het bepalen van de winst uit de onderneming. Tom dient dan verder te gaan met de waarden, zoals deze in de boeken staan bij overdracht van de onderneming door Kees.

De fiscus behoudt dus wel zijn claim op de overgedragen stille- en fiscale reserves, alsmede de goodwill. Uiteindelijk, als Tom besluit de onderneming niet meer voort te zetten, dient alsnog afgerekend te worden. Het blijft immers de Belastingdienst.