Einde relatie, vergeet het pensioen niet

Minister Koolmees (minister Sociale zaken en Werkgelegenheid) heeft recent een wetsvoorstel ingediend, waardoor het pensioen bij echtscheiding/geregistreerd partnerschap automatisch wordt gedeeld. Daarvoor is nu nog actie nodig van beide ex-echtgenoten. Waar moet je nu op letten als sprake is van een scheiding (waaronder ook samenwoners)?

Toe te juichen valt dat aandacht aan de pensioenverdeling bij scheiding wordt besteed. Dit betreft een ondergeschoven kindje bij het scheidingsproces. Veel mensen vinden hun eigen pensioen al (te) ingewikkeld, laat staan de mogelijkheden die bij een scheiding bestaan. Op het moment van scheiding wordt eerder over urgentere zaken onderhandeld, dan pensioen.

Veel mensen blijken niet op de hoogte van de te ondernemen actie bij scheiding. Het allereerste probleem waarover nogal wat misverstanden bestaan, is dat personen die samenleven met een samenlevingsovereenkomst automatisch het pensioen delen. Dit is alléén zo als het ouderdomspensioen is opgenomen in de samenlevingsovereenkomst, of als dit alsnog bij scheiding wordt overeengekomen. Is van een dergelijke afspraak geen sprake, dan bestaat geen – zoals bij gehuwden/geregistreerde partners wel het geval is – verplichting om de ouderdomspensioenaanspraken te verevenen. Wees ervan bewust dat in een samenlevingsovereenkomst vaak alleen afspraken worden gemaakt over het nabestaandenpensioen. Dit is pensioen dat je ontvangt bij overlijden van de partner en staat los van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Steeds minder mensen trouwen of gaan een geregistreerd partnerschap aan en de mensen die hun ouderdomspensioen in een samenlevingsovereenkomst opnemen zijn op één hand te tellen. Veelal betekent dit dat degene die geen/weinig pensioen heeft opgebouwd met een flink pensioengat achterblijft.

Een ander probleem is dat als wél sprake is van een huwelijk/partnerschap, de ex-partners zelf bij de pensioenuitvoerders moeten aangeven dat zij de pensioenverevening willen toepassen. Dit moet binnen twee jaar na de scheiding gebeuren, omdat de pensioenuitvoerder na die termijn niet meer zelf de berekening maakt welk deel van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen aan de ander toekomt én dit niet aan beiden uitkeert. De pensioenuitvoerder betaalt het bedrag dus aan degene die het pensioen heeft opgebouwd. Onderling zal dan moeten worden berekend welk bedrag vervolgens door die persoon aan de ex-partner moet worden betaald.

Tenslotte is het de vraag of mensen voldoende op de hoogte zijn van de andere mogelijkheden om hun pensioen te regelen, zoals conversie of de verrekening van het pensioen.

Kortom: hou goed de tweejarentermijn in het vizier als je gaat scheiden. Als je samenwonend bent, is het verstandig om tijdens de samenwoning al afspraken over het ouderdomspensioen te maken.