Minder woningkopers hebben in het kalenderjaar 2022 gebruik gemaakt van de startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. In 2021 is 105.000 keer een beroep gedaan op deze vrijstelling, in 2022 daalde het aantal naar 65.000. Volgens Marnix van Rij, staatssecretaris van Financiën, zijn daar verschillende oorzaken voor.
Van Rij legt in zijn brief aan de Tweede Kamer uit dat er in de eerste 3 maanden van 2021 nog geen sprake was van een grens van de woningwaarde om in aanmerking te komen voor de startersvrijstelling. Vanaf april 2021 lag die grens op 400.000 euro. In 2022 gold dezelfde grens, terwijl de huizenprijzen hoger waren dan in het voorgaande jaar. Daarnaast lag ook het aantal akten waarbij een beroep is gedaan op de startersvrijstelling en/of het 2 procent-tarief in 2022 lager dan in 2021.
Eisen voor startersvrijstelling
De startersvrijstelling is alleen toepasbaar als kopers van een woning er zelf voor langere tijd gaan wonen, tussen de 18 en 35 jaar oud zijn en niet eerder van de vrijstelling gebruik hebben gemaakt. Bovendien mag de woningwaarde niet boven de gestelde grens liggen. Voor 2023 is de grens vastgesteld op 440.000 euro. Voldoet een koper niet aan deze eisen, maar gaat hij of zij er wel zelf wonen, dan geldt een tarief van 2 procent aan overdrachtsbelasting.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over de startersvrijstelling? Klik hier voor meer informatie.